Objectieve veiligheid in Nederland

In dit gedeelte zullen we kort stilstaan bij de absolute cijfers omtrent zowel traditionele criminaliteit als cybercrime. Daarnaast zijn er nog de extra onderwerpen; Preventie en repressie en de samenhang tussen subjectieve en objectieve veiligheid.

 

De geregristreerde traditionele criminaliteit is in 2016 opnieuw gedaald, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. In 2016 is 17 procent van de Nederlanders slachtoffer geweest van een of meerdere gewelds- vermogens- of vandalismedelicten; een percentage dat vergelijkbaar is met 2015 (18 procent). In 2016 is ruim 2 procent van de Nederlanders slachtoffer geworden van één of meerdere geweldsdelicten. Het percentage voor vermogensdelicten bedroeg 11,5 % en dat van vandalisme 6%.

Net zoals de traditionele criminaliteit is ook de cybercrime licht gedaald naar 10,7% in 2016. Er werd onderzoek gedaan naar cyberpesten, hacken, koop- en verkoopfraude en identiteitsfraude.

 

Preventie en repressie

De overheid voert het tweesporenbeleid om criminaliteit te voorkomen en bestrijden. Het voorkomen van criminaliteit bestaat uit preventieve maatregelen zoals de identificatieplicht, tourniquets en voorlichting. Preventie spaart geld uit, een nadeel is echter dat er een tijdspanne zit tussen de implementatie van een interventie en het verschijnen van effectie. Bij de bestrijding van zware, georganiseerde misdaad ligt de nadruk op repressie. In het algemeen meer nadruk leggen op repressie kan bijvoorbeeld door hogere straffen te eisen (tevens preventie) of de bevoegdheden van politie en justitie uit te breiden. Vormen van preventie en repressie waar we dagelijks mee te maken krijgen zijn bijvoorbeeld; flitspalen, voldoende welzijnsvoorzieningen en de fysieke inrichting van onze omgeving.

 

Samenhang tussen objectieve- en subjectieve veiligheid

Volgens het symbolische standpunt in het rationaliteitdebat verhouden de beleving van onveiligheid tot objectieve bronnen van criminaliteit zich niet eenvoudig met elkaar. Objectieve veiligheid heeft soms het imago dat dit ‘echte’ veiligheid is. Het is echter goed om te beseffen dat er geen ‘echte’ veiligheid bestaat, het is net als subjectieve veiligheid een manier om veiligheid te meten.

Een opvallend verschijnsel is dat bewoners zich minder veilig voelen dan op basis van positieve criminaliteitscijfers zou worden verwacht en omgedraait. Buurten waar bewoners zich onveiliger voelen dan wordt verwacht op basis van relatief lage criminaliteitscijfers zijn relatief rustig en liggen veelal aan de buitenkant van de stad. In deze buurten worden minder ernstige delicten gepleegd dan in buurten waar het drukker is zoals in het centrum. Kenmerkend voor deze buurten is het grotere percentage woninginbraken, dit lijkt dus van sterke invloed. In deze buurten is het contact met de buren vaak beter en oordeelt men beter over de gemeente. Daartegenover staat dat er over de effectiviteit van de politie negatiever wordt geoordeeld.

Maak jouw eigen website met JouwWeb